Skip to main content

Drank en drugs verwoestten het leven van Piotr. Met hulp van Barka en de EU-opvang in Rotterdam heeft Pjotr weer hoop gekregen op een betere toekomst. Hij is terug naar Polen gegaan om daar een leven op te bouwen zonder verslaving. Deze rapportage van Trouw belicht op een boeiende manier de vele facetten van de strijd van mensen als Pjotr in kwetsbare situaties.

 

“Drie maanden geleden sliep de Poolse Piotr (43) nog in een tentje onder de brug bij Tilburg. Vroeg in de ochtend opende hij zijn ogen, pakte zijn tent in en een twaalf uur lange rooftocht begon, op zoek naar geld voor zijn verslavingen aan drank en heroïne. Blikjes zoeken, stelen. Negen jaar eerder kwam hij naar Nederland als arbeidsmigrant. Via een uitzendbureau kreeg hij een ‘goeie baan’ als coördinator bij een distributiebedrijf. Tot drank en drugs hem weer verleidden.”

Stichting Barka, biedt begeleiding aan mensen als Pjotr, zodat ze de stap durven zetten om clean te worden. Als er geen perspectief meer is in Nederland en de juiste hulp niet geboden kan worden, dan wordt ingezet op terugkeer naar het thuisland. In Polen komen de daklozen bij hun familie terecht, in de Barka-woongemeenschappen op boerderijen of bij andere organisaties in Polen die opvang en herintegratie kunnen bieden. Soms gaan mensen vanuit Nederland direct naar het ziekenhuis of naar verslavingstherapie. Barka in Polen helpt jaarlijks 15.000 mensen, onder andere in hun tien gemeenschappen.

Pjotr hoopt in Polen zijn leven weer op de rit te krijgen. Maar het is een lange weg. Eerst moet Pjotr in Polen nog een gevangenisstraf uitzitten. Katarzyna Bielerszewska-Halasz van stichting Barka Polen bezoekt de gevangenissen regelmatig en haalt daar ook mannen op die ze begeleidt richting de Barka-gemeenschap. Zij weet dat het voor Piotr juist goed is om de gevangenis in te gaan. “Ik heb twintig jaar ervaring, ik zie dat hij nog niet van zijn verslaving af is.” Hoe lang de straf gaat zijn weet Pjotr niet. Bielerszewska-Halasz: “Als hij weer vrijkomt, vangen wij hem op.”

Lees hier het hele artikel in Trouw

Bron Foto Boudewijn Bollmann