Van de 64.000 EU-burgers die zich vorig jaar in Nederland vestigden, kwam de helft uit Oost-Europa. Het belangrijkste herkomstland was Polen, met 19.000 immigranten, een historisch hoog cijfer. Tegenover de instroom stond vorig jaar het vertrek van 39.000 EU-onderdanen, van wie 15.000 Oost-Europeanen. Onder hen bevonden zich 7000 Polen.
Dat blijkt uit cijfers die het Centraal Bureau voor de Statistiek vandaag heeft gepubliceerd.
Surinamers
In de afgelopen halve eeuw vormden alleen Surinamers in één jaar een grotere groep immigranten dan de Polen in 2011, aldus het CBS. In 1975, toen Suriname onafhankelijk werd, kwamen er 38.000 immigranten uit dat land naar Nederland. Polen staat dus met 19.000 in 2011 op de tweede plaats. Ze overtreffen daarmee de immigratiepiek van Indonesiërs ten tijde van de crisis in Nieuw-Guinea in 1962 (16.000 immigranten) en die van Turken en Marokkanen in 1962. In dat jaar kwamen er 17.000 Turken en 10.000 Marokkanen naar Nederland.
De herkomst van immigranten is de afgelopen halve eeuw sterk veranderd, aldus het CBS. Van de klassieke immigratielanden (Turkije, Marokko, Suriname en Nederlanden Antillen) stonden vorig jaar alleen Turkije en de Antillen nog in de top 10.